Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Ziekte van Cushing

Wat is ziekte van cushing?

Bij het syndroom van Cushing heeft u klachten doordat er te veel cortisol in uw lichaam is.

Cortisol is een hormoon dat veel doet in uw lichaam. U kunt er teveel van hebben:

  • omdat uw lichaam zelf te veel cortisol maakt
  • of omdat u medicijnen gebruikt met cortisol erin.

Uw lichaam maakt cortisol in de buitenkant van de bijnieren. Dit heet de schors van de bijnier. De bijnieren zitten net boven de nieren.

Cortisol heeft belangrijke taken in het lichaam, zoals:

  • meehelpen aan een goed slaap-waakritme
  • ervoor zorgen dat het lichaam snel kan reageren op stress als dat nodig is
  • het lichaam beschermen tegen infecties

Het syndroom van Cushing kan op verschillende manieren ontstaan:

  • Door het gebruik van medicijnen met cortisol erin (of stoffen die lijken op cortisol), zoals huidzalven of injecties. Dit is de meest voorkomende oorzaak.
  • Doordat het lichaam zelf te veel cortisol aanmaakt

Mogelijke oorzaken dat het lichaam zelf te veel cortisol aanmaakt:

  • een gezwel in een klier onderaan de hersenen. Deze klier heet de hypofyse.
    De hypofyse maakt een hormoon dat ervoor zorgt dat de bijnieren cortisol maken. Dit hormoon van de hypofyse heet adrenocorticotroop hormoon.
    Door het gezwel maakt de hypofyse meer van dit hormoon. Meer van dit hormoon leidt ertoe dat het lichaam meer cortisol aanmaakt. Dit heet de ziekte van Cushing.
    Zo’n gezwel in de hypofyse heet hypofyse-adenoom. Het is meestal goedaardig.
  • een gezwel in de bijnier. Hierdoor maakt de bijnier te veel cortisol. Dit heet Bijnier Cushing.
  • te veel aanmaak van de hormonen adrenocorticotroop hormoon (ACTH) of corticotropine releasing hormone. Bijvoorbeeld door een gezwel in de longen of de alvleesklier.
  • een genetisch syndroom, bijvoorbeeld multiple endocriene neoplasie type 1. 

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Bijnierschorshormonen
Bijnierschorshormonen noemen we ook wel corticosteroïden. De arts schrijft ze voor als substitutietherapie bij bijnierziekten. Substitutietherapie betekent dat men een tekort aan een lichaamseigen stof aanvult met een medicijn. Dit is het geval bij de ziekte van Cushing, nadat de bijnieren zijn verwijderd. Voorbeelden zijn cortison, dexamethason, hydrocortison en prednisolon.

Remmers bijnierhormonen
Deze medicijnen remmen de aanmaak van hormonen door de bijnieren. De arts schrijft deze medicijnen voor als de oorzaak onduidelijk is, als een andere behandeling niet mogelijk is of als aanvulling op een andere behandeling. Voorbeelden zijn ketoconazol en metyrapon.

Pasireotide
Pasireotide remt de aanmaak van corticotropine. Dit medicijn zorgt zo voor minder klachten van de ziekte van Cushing. Pasireotide wordt gebruikt als een operatie niet mogelijk is of onvoldoende effect heeft.